Een wiel legt per omwenteling ongeveer 2 meter af. Per 10 meter krijgt elke spaak dus 5 keer te maken met zo’n trekkrachtverlies. Per kilometer is dat 500 keer.
Rijd je dus 10.000 km per jaar op je fiets dan krijgt elke spaak hier 10.000 X 500 keer mee te maken en dat is 5 miljoen keer.
Als het wiel op de juiste manier is gemaakt dan heeft deze beweging geen kwaliteitsverlies tot gevolg.
Is een wiel daarentegen niet goed gebouwd dan zal spaakbreuk op den duur het gevolg zijn.
Wat is dan de oorzaak van spaakbreuk?
Er zijn slechts 2 oorzaken van spaakbreuk:
1. Ongelijke trekkracht (spaakspanning) in de spaken. Er hoeft maar 1 spaak een te grote afwijking mbt trekkracht te hebben ten opzichte van alle anderen en het euvel gaat op den duur geschieden.
2. spaakgat in de flens te groot voor spaak
Bij reden 1 krijgt de „slappe” spaak met de lagere trekkracht naar verhouding te veel op zijn donder. Hierdoor breekt uiteindelijk waarschijnlijk de spaakkop af.
Bij reden 2 gaat de spaak als het ware jutteren in het gat. Op den duur met fatale gevolgen.
Torsie in spaken gaat er in het gebruik uit. Dat wil zeggen dat de spaak zich ontspant en dus een lagere trekkracht krijgt dan de bedoeling was. Hierdoor valt dit euvel onder 1.
Ad 1. Door een spaak die significant losser zit dan de rest krijgt deze spaak telkens als deze net voorbij het onderste punt op het wegdek komt een opdoffer doordat deze dan plots (hij was immers al niet op spanning ) op (bijna) spanning wordt getrokken. De ruimte die zo’n spaak heeft is groter dan een spaak die op met de juiste kracht is aangetrokken. Door deze speling is de bewegingsvrijheid van de spaak groter en breekt deze eerder. vergelijk dit met het lipje van een blikje wat afbreekt wanneer je er een aantal malen mee op en neer beweegt.
Ad 2.
Indien het spaakgat in de flens van de naaf te groot is voor de gebruikte spaak, krijgt de spaakkop bij belasting telkens een enorme dreun te verduren als gevolg van de speling. Uiteindelijk zal ook hier de spaakkop afbreken en spaakbreuk is een feit.
Dit kan soms voorkomen worden door het gebruik van vulringen/opvulplaatjes.
Daarnaast komt het vaak voor dat niet de spaak breekt maar dat de nippel afgebroken is. Hoe kan dat? Dat kan doordat de nippel overbelast is. Dit zie je wel eens bij aluminium nippels en zware rijders. Tot ongeveer 85 kg is het verantwoord om aluminium nippels te gebruiken. Daarboven wordt het risico op nippelbreuk groter. Wat vaker voorkomt is dat de spaak niet ver genoeg in de nippel is gedraaid. Hierdoor krijg je in de nippel een zwakpunt (een holle nippel) waardoor de kop van de nippel kan afbreken. Dit zie je vaak bij machinaal gespaakte fabriekswielen. De juiste spaaklengte is dus essentieel voor de bouw van kwaliteits wielen.
Hoe vast moeten spaken worden aangedraaid?
Deze vraag wordt ook wel eens op een andere manier gesteld:
Wat is de juiste spaakspanning?
Op welke trekkracht moet ik de spaken zetten?
Het antwoord hierop is niet eenduidig te geven. Een wiel moet zo stevig zijn dat het de krachten die het te verwerken krijgt goed kan verwerken zonder daarbij kapot te gaan. Een wiel is niet steviger dan een ander wiel omdat de trekkracht in de spaken in het ene wiel hoger is dan in het andere. Binnen een bepaalde range van trekkracht (in Newtons (N)) is alles goed, mits de trekkracht in alle spaken zo gelijk mogelijk is en het niet te laag is en niet te hoog. Spaakbreuk treedt onder andere op wanneer in 1 of meerdere spaken de trekkracht lager is dan in de rest.
Onderzoek heeft aangetoond dat de stevigheid van een wiel binnen een bepaalde range niet afneemt. Onderstaande grafiek laat zien wat er gebeurt wanneer je alle nippels van een wiel telkens een kwart slag losser draait.
Zoals u kunt zien doet het niets af aan de stevigheid van het wiel totdat je de grens bereikt waarop de spaken los komen te zitten. Ik kan niet helemaal inschatten hoeveel Newton verlies een kwartslag hier veroorzaakt maar zeker is dat 10 slagen zeker een paar honderd Newton is.
Bron: Damon Rinard’s Wheel Stifness Test
In de praktijk blijkt ook dat wielen met een goede gelijke trekkracht in alle spaken het langst meegaan ongeacht of dat bijvoorbeeld 700 N of 900 N is.